Dag 14 4 mei Waikiki - Molokai Island
Door: Kristin Daelman
Blijf op de hoogte en volg Kristin
04 Mei 2012 | Nederland, Amsterdam
Om 6 uur liep mijn wekker af en ik voelde me nog heel moe. Ik was een paar keer deze nacht wakker geworden door mijn hoesten. Maar toch voelde ik me ietsje beter en ik had geen koorts meer. Om 7u30 pikte een gids van Hawaii Expedition & Adventures Company me op. Ik was met een sympathiek australisch koppel die hier in Hawaii zijn voor een congres van orthodontologie. We reden naar de luchthaven waar we in een super klein vliegtuigje stapten. ( Vitte, is dat met zo’n vliegtuigjes dat jij vliegt? ) Er is plaats voor ongeveer 3 à 5 personen. Ik zat naast de piloot, Eric. De vlucht duurde 30 minuutjes. We vlogen naar Molokai gelegen tussen het eiland O’Ahu en Maui. Dit eiland is nog niet toeristisch of commercieel. De grote exploitaties van ananas zijn gesloten. Het eiland wordt vooral bezichtigd voor de melaatssite van Pater Damiaan = Saint, Father Damien. Het dorp Kalaupapa omgeven door tropische wouden en diepe valleien, watervallen ( de 3e hoogste van de wereld ) en kliffen van 3300 F. Molokai omgeven door de oceaan en afgesneden door de hoogste zeekliffen van de wereld. Het eiland meet 38 op 10 miles. Er is één weg in en één weg uit. :) We hadden een schitterend uitzicht! Op de piepkleine luchthaven moesten we een uurtje wachten op een bus. De vuurtoren schitterde op een heuvel. Na twee uur zaten we daar nog. Pff, dat was een beetje te lang. Eindelijk kwam er een schoolbus aan met een tiental toeristen in. De bussen komen uit Duitsland. Alweer! We bezochten vooral het dorp, Kalaupapa. De zee kleurde blauw-turquoise en groen. Je zag de schuimende golven van het rif. Overal borden waar staat dat je zonder invitatie of sponsering niet binnen mag op het eiland. Ook is het verboden onder de 16 jaar. Vele palmbomen langs de weg. Oude graven van de begraven melaatsen. Het miezelde een beetje. Sommige mensen in de bus zijn gaan hiken op de Molokaiberg en waren doorweekt. Ze zeiden dat ze een ongelooflijk uitzicht hadden op de oceaan en het eiland. We passeerden kerkjes, het nieuwe hospitaal ( je zag enkel nog de ruines staan van het oude hospitaal van Pater Damiaan. ) en moesten ons aanmelden in een zaaltje. Ik toonde het visitekaartje van onze gids anders raakte ik niet binnen. Er hing een spandoek : Damiaan inspireert. Raar om weer eens nederlands te lezen. Ik zei fier dat ik van Belgie was en toonde mijn BB, belgische beer. Een pater vertelde dat hij in Belgie geweest was en deed zijn verhaal. Ik luisterde aandachtig. Overal foto’s aan de wand van Moeder Theresa, de Paus die het eiland bezocht . Kalaupapa ( unofficial ambassador ). Buiten stonden vele mangobomen. Rijpe en onrijpe vruchten. We mochten er zo veel rapen of trekken dan we maar wouden. De sappige mango smolt in mijn mond. Dit deed me terugdenken aan Madagascar waar ook honderde mangobomen groeiden. We stapten op de oude, versleten schokkende bus. Een paar huizen, één straat, geen mensen. Één bezinestation die 1 X in de week open is. 1 x / jaar landt er een vliegtuig met grote machines, auto,’s , tractors enz. Er is één winkeltje en regelmatig bevoorraadt een vliegtuig dit met voedingswaren. Op het eiland leven maar amper een honderdtal mensen. Meestal oudere mensen, ook nog een zeventiental zieke melaatsen. De mensen horen niet graag de ziekte als melaatsheid maar spreken liever van Hansen’s disease . Een dokter uit Noorwegen : Dr.Gerhard Hansen ontdekte deze bacterie in 1873. In een kerkje kocht ik een hangertje met een foto van Pater Damiaan. Je mocht een donatie geven. Ook kocht ik een paar postkaarten wat mijn mama en tante Hilda wel plezier zal doen. Prachtige glasramen, beelden van Pater Damiaan, bloemstukken, foto’s aan de wand van melaatsen.
Wat geschiedenis van Wikipedia. Wie het niet wil lezen, scrolt maar door…
Damiaan van Molokai . geboren als Jozef De Veuster (gem. Tremelo), 3 januari 1840 - Molokai, 15 april 1889), beter bekend als Pater Damiaan, was een Belgische Picpus-pater en missionaris, die bekend is geworden door zijn werk voor leprapatiënten. Hij is de beschermheilige voor de melaatsen en aidspatiënten en zijn feestdag wordt op 10 mei gevierd. Hij werd geboren op 3 januari 1840 in Tremelo, Vlaams-Brabant, als zevende kind in een boerengezin met acht broers en zussen. Toen hij 15 jaar oud was ging hij op de boerderij en in de graanhandel van zijn vader werken, maar hij wilde eigenlijk priester "voor Onze Heer en God Jezus Christus" worden. Hij ging naar het college van 's-Gravenbrakel, en trad vervolgens in bij de Congregatie van de Heilige Harten van Jezus en Maria in Leuven, waarbij hij de broedernaam Damiaan, naar de heilige arts Damianus, koos. Hij werd een broeder Picpus op 7 oktober 1860, in navolging van zijn broer. Na zijn studies kreeg Damiaan toestemming om als missionaris te gaan werken op de Hawaï-eilanden. Hij vervulde daarmee de droom van zijn broer, die zelf niet kon gaan, omdat deze tyfus had gekregen. Hij kwam aan in Honolulu op 19 maart 1864. Hij werd er in de "Cathedral of Our Lady of Peace (Honolulu)" op 21 mei 1864 tot priester gewijd, en deelde zijn vreugde over de wijding tot instrument van "Hogepriester Jezus" mee aan zijn ouders in het verre Vlaanderen. Eerst werkte hij in het district Puna op Hawaï. Daarna was hij als rondtrekkend missionaris werkzaam in het uitgestrekte district Kohala-Hamakua. Ook werkte hij in verschillende parochies op het eiland van Oahu.
In die tijd werden melaatsen van Hawaï samengebracht in een kolonie in het noorden van het eiland Molokai. Ze kregen voedsel en andere voorzieningen, maar geen medische hulp. Damiaan vond dat ze tenminste een priester konden gebruiken, en vroeg toestemming aan zijn bisschop om naar Molokai te gaan.
Op 10 mei 1873 kwam hij aan op Molokai, waar op dat moment 816 leprozen verbleven, op de kale landtong Kalaupapa, afgesneden van de rest van het eiland door een steile rotswand. Hij reorganiseerde er de verwilderde gemeenschap, begon met de bouw van een kerk en de aanleg van wegen. Naast zijn werk als priester vervulde hij ook de rol van dokter, timmerman, ziekenverzorger, begrafenisondernemer en hij maakte zelfs doodskisten en groef graven. Hij stelde begrafenisverzekeringen in waarvan nieuwkomers verplicht lid moesten worden. Zijn komst was een keerpunt voor de kolonie: wetten werden nageleefd, er kwamen degelijke huizen, hij bouwde twee melaatsendorpen, en een school. De hygiënische en materiële levensomstandigheden verbeterden en hij stichtte er een centrum van bloeiend christendom door de parochie van de heilige Filomena op te richten. In zijn tijd telde de kolonie 800 tot 1000 melaatsen.
Orde van Kalakaua
Koning David Kalakaua verleende aan Damiaan de titel "Knight Commander of the Royal Order of Kalakaua". Toen prinses Lydia Liliuokalani de nederzetting bezocht om deze titel te overhandigen, werd ze geraakt door wat ze zag. Zij bracht de wereld op de hoogte van haar ervaringen, en van Damiaans werk. Hierdoor werd zijn naam bekend in de Verenigde Staten en Europa. Protestanten in de V.S. en Groot-Brittannië brachten grote sommen geld bijeen. Maar het geld verdween in de missiekas. De Kerk van Engeland zond voedsel, medicijnen en kledij. Dit was ook deels te danken aan de vele smeekbrieven die Damiaan zelf schreef en waarvan er één in de Britse pers werd afgedrukt. Hierdoor werd de eerste ontwikkelingshulp op poten gezet.
Dood
In november 1884 werd bij hemzelf lepra vastgesteld. Aanvankelijk beschuldigden critici hem van ontucht met een vrouw, omdat men in die tijd ervan uitging dat lepra een gevolg was van syfilis. Daarom werd hij regelmatig onderworpen aan vernederende medische onderzoeken. Damiaan was waarschijnlijk al vanaf 1876 door de ziekte besmet. Met de hulp van vier anderen bleef Damiaan echter verder werken tot veertien dagen voor zijn dood op 15 april 1889 om 8.00 uur in de ochtend. Hij stierf toen hij 49 jaar oud was. Hij werd begraven onder de pandanusboom die hem tijdens de eerste weken op het eiland tot onderkomen had gediend.
Zijn zelfopoffering fascineerde vele mensen over de gehele wereld. Al in 1894, vijf jaar na zijn dood, werd te Leuven een standbeeld van de pater gemaakt door Constantin Meunier onthuld.
Na aandringen van Pater Van Houtte, Provinciaal van de Belgische Provincie der HH. Harten, schreef koning Leopold op 12 februari 1935 een brief aan president Franklin Roosevelt om de repatriëring van de stoffelijke resten van Pater Damiaan te vragen. Franklin Roosevelt zegde de medewerking van zijn regering toe en in de zomer van datzelfde jaar werd bisschop Stephen Alencastre SS.CC. op de hoogte gebracht van het verzoek. Op 3 mei 1936 bracht het Belgische opleidingsschip Mercator de stoffelijke resten van pater Damiaan over naar Antwerpen. Zijn stoffelijk overschot werd overgebracht naar Leuven en er plechtig bijgezet op 5 mei 1936 in de crypte van de Sint-Antoniuskerk aan het Pater Damiaanplein.
Zaligverklaring
In 1938 werd zijn zaligverklaringsproces aanhangig gemaakt. Op 7 juli 1977 werd Pater Damiaan eerbiedwaardig verklaard door Paus Paulus VI. Op 4 juni 1995 werd hij door Paus Johannes Paulus II zalig verklaard tijdens een openluchtmis voor de Basiliek van Koekelberg, nadat de Medische Commissie van de Congregatie voor de Heiligverklaringen op 5 december 1991 de genezing van de Franse kloosterzuster Simplicie Hué had erkend als mirakel. Ongeveer honderd Hawaiianen, onder wie zes lepralijders, waren bij die plechtigheid aanwezig. Na de plechtigheid werd de rechterhand van Pater Damiaan als relikwie overgebracht naar Molokai en uiteindelijk op 22 juli 1995 begraven in Kalawao op Molokai.
Na de dood van Pater Damiaan volgde zuster Marianne cope zijn levenswerk voort. Zij zal heilig verklaard worden op 21 oktober 2012 door de Paus. Dat zullen jullie misschien later zien in het nieuws op tv. Ik maakte me hier net eens een Kona koffie. Dit is heel lekkere koffie uit de Big Island. Ik ben geen koffiedrinker maar deze lust ik wel. Er is hier net een vuurwerk. Vanop mijn terras aanschouw ik uiteenspattende vuurpijlen. Leuk voor mijn laatste avond op Hawai’i. Voor wie het interesseert, er is ook een film van Damiaan: Molokai, The story of Father Damien. In een klein museum hingen vele posters, lectuur, en foto’s aan de wanden van de pater. Ook posters van evenementen in het nederlands. Raar. Ik zei de gids de juiste uitspraak van Damiaans’ naam alsook Tremelo, die ze op geen goede manier uitspraken. :) BB werd bij alle foto’s betrokken. Eerst zag ik het graf van Zuster Marianne Cope die gestorven is in 1918. We reden op The Damien Road en kwamen aan aan het kerkje die Damiaan gebouwd heeft. Het is wel de originele niet meer maar benadert het toch heel goed. Naast zijn Kerk ligt zijn graf. Damien Deveuster. Zijn naam wordt daar op verschillende manieren geschreven. 1889 gestorven aan melaatsheid. Ik vind het heel tof dat ik dat met mijn eigen ogen kan meemaken. In het Zusterhuis in Ninove leerden we daarover maar als je dan op diezelfde plek bent waar zoveel leed was , doet hetme toch iets. Iedere persoon die ook maar één pukkeltje vertoonde werd op een boot gezet en net vôôr het eiland tussen die twee rotsen, zoals jullie op de foto’s kunnen zien, in het water gesmeten en ze moesten maar op eigen krachten zien over te geraken. Sommige zwaar zieken konden dat niet en stierven de verdrinkingsdood. Een jongetje van 8 jaar die één puistje had werd voor 4 jaar van zijn familie gescheiden en afgezonderd op het eiland om daarna te ontdekken dat hij geen melaatsheid had. We moesten zelf een lunch voorzien. Ik had mijn overschot mee van de dag ervoor. Scampies met pasta en een fruitcoctail. Daar schilde mijn gids me nog een rijpe zelf afgetrokken mango. Ik moet me een nieuw zwitsers zakmes aanschaffen want die heb ik moeten afgeven op een luchthaven. We hadden een toffe groep. Een deel vertrok aan een zware klim in de bergen, anderen namen een ezeltje en wij dropen af met ons drietjes naar ons vliegtuig. Eric vloog over de prachtige watervallen en hoge kliffen. Ik gaf mijn ogen de kost. Opnieuw zo een” whoaw” gevoel. Er waren geen woorden voor. Op de luchthaven stapten we in een jeep en de man voerde ons naar ons hotel. In de lobyy vertelde ik voluit van mijn geslaagde dag aan de portie, die ik ondertussen wel al ken hoor. Ik boekte twee nachten in “Casas de Los Amigos” in Mexico. Anje heeft me dat aangeraden. Ik slaap wel in een zaal met acht bedden. Ze antwoordden me nog niet maar misschien is er een te groot uurverschil Dat moet ik nog eens nakijken. Ik hoop dat er nog plaats is want je hebt daar de feestdag: El cinco de mayo. Ik nam mijn medicatie, douchte me en begon aan mijn blog met op de achtergrond het korte vuurwerk. Ik heb spijt dat ik Hawai’i moet verlaten. Ik vind de eilanden zo prachtig dat ik er zeker nog 14 dagen langer had kunnen blijven. Mijn vlucht morgen is om 18u40 en ik kom aan zondag 6 mei om 9u30 ’ s morgens. Ik vlieg via Dallas. Ik ben nog niet geôrganiseerd en ken mijn plannen nog niet. Maar ik heb acht uur om wat lectuur te raadplegen in het vieigtuig. Ik reis rond in Midden America ongeveer 2,5 maanden “overland”. Mijn eerst volgende vlucht is op 25 juli van Ecuador naar Peru. Dus het zal weer een avontuur worden en ik moet zien hoe ik me het beste in deze streken verplaats. Tot morgen. Slaapwel. Ma en pa, tof dat Dieter jullie pc heeft kunnen repareren. Nu kunnen we weer skypen. En Dieter, nen dikke proficiat met je 23 e verjaardag. Maak er een leuke dag van. Amaai, 23 j al. Wat gaat het vlug voorbij. Dikke kus, mama…
Dada Hawai’i. I’m gonna miss you…
PS: De vele foto’s die ik trok van foto’s aan de wand waren louter om mijn blog te kunnen schrijven en me de jaartallen te kunnen herinneren.
-
07 Mei 2012 - 11:06
Pieter:
Hallo Tinne, leuk te horen dat Hawai en al zijn eilanden zo leuk bevielen. Staat vanaf nu ook op onze "te bezoeken" plaatsen. Ps je kan al zien dat je het vlaams vergeet. Je mag gerust bezichtigd veranderen naar bezocht.Tot binnenkort, Pieter en Anja
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley