Dag 27 23 febr. Moeraki - Oamaru
Door: kristindaelman
Blijf op de hoogte en volg Kristin
23 Februari 2012 | Nieuw Zeeland, Oamaru
Zoals ik al dacht werd ik om 7u30 wakker van de kou. De regen goot op mijn tent. Rond mijn tent was een diepe plas. Mijn slaapzak zegt tot -12 maar ik geloof er niet veel van. Het had een ganse nacht geregend. Waar bleef dat toch vandaan komen? In de keuken ging ik mijn eitjes en spek bakken en sprak met het belgsiche koppel. Bon, ik zou toch maar eens tot aan the lighthouse rijden. Ik zal er wel niet veel zien daar de pinquins op zee zitten te zoeken achter eten maar je weet maar nooit. Ik reed effe verkeerd en kwam op een Moeraki point aan waar het zicht prachtig zou geweest zijn bij helder weer. Ik vroeg de weg en kwam aan aan de vuurtoren. Ik ging eventjes vlug kijken naar de vuurtoren en botste daar bijna op een geeloogpinquin! Ik naderde hem langzaam tot op 1 meter waar ik stopte om hem niet meer angst aan te jagen. Eindelijk zag ik een pinquin eens van dichtbij! En dat zonder te betalen! Honderde haasjes speelden in het gras of verstopten zich in hun holletje. Mijn dag kon niet meer stuk want ik had een pinquin gezien. Het goot pijpestelen! Ik klom een trapje over een weide op en belandde in een veld. Ik opende een hekken dat zich automatisch achter mij sloot en wandelde steil naar beneden richting de kliffen. Ik was gans alleen. Links van mij zag ik in de verte zeeleeuwen. Wat was ik weer content dat ik ook die gezien had. In een bosje zag ik 2 pinquins, waarschijnlijk een koppeltje die aan het ruien waren, dus die zaten al niet op zee want die blijven 4 weken zonder te eten op het land. Door het halfhoge gras stapte ik langs de kliffen en had een waanzinnig uitzicht op de woele zee. Onderaan massa’s zeeleeuwen al dan in of uit het water. Honderde konijntjes sprongen weg. Duizende meeuwen zaten op de rotsen of vlogen rond. Tientallen havikken, en misschien ook wel valken :), vlogen boven mijn hoofd. Ik nam een andere weg door het gras, ging weer een trap op en kwam naast tientallen zeeleeuwen terecht. Ik stopte op een afstand van 2 meter want telkens ik wat dichter ging hieven ze hun hoofd op. En ik zou niet willen gebeten worden waar er geen hulp kan geboden worden. Wanneer zouden ze me hier vinden? :) Ik liep langs niet afgebakende kliffen, brr, wat was dat hoog. één misstap en je zou morsdood zijn. Ik zag nog honderde zeeleeuwen! Links en rechts van mij koppeltjes geeloogpinquins. Had ik gewild ik kon ze aanraken. Ik was kletsnat. Mijn broek kon je uitwringen, mijn stapschoenen en kousen waren doordrenkt. Maar het was het waard. Ik wandelde verder en verder. Ik kon er niet genoeg van krijgen. Wat was het hier mooi. Ik vond dit dê allermooiste plek van NZ. Waarschijnlijk ook omdat ik het zelf gevonden had, het niet toeristisch was en ik gans alleen was. Het strand met de prachtige wilde zee, de rotsen in hun creek, toi- toi velden waar ik op een eenzame pinquin stootte, juccas’s en andere exotische planten, goud- en paars pluimgras, bosjes, weiden… Ik had er alles in één! Adembenemend. Had het nu zonnig geweest het had voor mij het aardsparadijs geweest en zou ik me er uren op mijn huk gezet hebben om te kijken en te genieten. Na 2 uur nam ik afscheid van alles en iedereen. :) Aan de auto zette ik me in mijn blootje, er was toch niemand, en trok droge spullen aan. Op de terugweg zag ik vele schapen, collibri’s uitgestrekte velden met op de achergrond de zee. Ik stopte voor een verloren gelopen kalfje op de weg en reed op een grintweg naar Moeraki Boulders. Daar lagen talrijke, ronde zwerfkeien die tot 2 m groot zijn. Ik trok mijn” belgacom” regencape aan, ik wilde niet voor de 2e x doorweekt worden, deed open sandalen aan en wandelde tussen de bizarre keien. Geologen verklaren dit natuurfenomeen als volgt: het gaat om ophoping van mineralen ( concreties) in de kleiachtige zeebodem die daar meer dan 50 milj. jaar geleden zijn ontstaan. De legende van de Maori’s is veel poêtischer. De kano van de goden, waka atua, strandde na een lange tocht vanuit Hawaiki voor de kust. De voorraadmanden spoelden aan land en zijn tot op heden als keien te bewonderen. Ik had een dikke stift meegenomen en wilde mijn naam achterlaten op een kei maar ze waren veel te nat en de inkt liep uit. Boven het strand lag een klein caé waar ik een warme chocomelk dronk. Ik reed naar het centrum van Oamaru. Dit was een verrassing. Langs de brede laan van Thames Street pronkten gebouwen uit de witte kalksteen die zo typisch zijn voor de omgeving. Veel banken, kerken en hotels , de meeste gebouwen stammen uit het einde van de 19e E, lieten zien hoe je dit gesteente gebruikte. Maar overal in het land heeft Oamaru Stone zijn weg gevonden, zoals bij het eerbiedwaardige stadhuis en het postkantoor van Auckland, het tolhuis in Wellington en bij het stadhuis en het station van Dunedin. Ik bezocht de kerk. De priester heette me hartelijk welkom en vroeg vanwaar ik kwam. Er was ook een duits meisje die een kaars aanstak. Misschien deed ze dat ook, zoals ik, om haar te beschermen op haar reis. Ik wandelde verder, het was eens gestopt met regenen en soms durfde er zelfs een zonnestraaltje tevoorschijn komen, naar de oude handelswijk beneden aan de haven. Hier, tussen Harbour Street en Tyne Street is een heel aparte maar zeer schilderachtige wijk bewaard gebleven, bestaande uit oude pakhuizen, vervallen winkels en reeds lang gesloten kroegen. Ik ging naar de info site en boekte me een cabine aan 30 $. Ik moest opnieuw ergens mijn tent te drogen hangen. Op de I-site zeiden ze dat ik om 20u30 aan de pinquin site moest gaan en dat men voor 25$ de dwergpinquins kon zien. Ik reed tot daar en zag duizende eenden op een pier zitten. Ik wandelde op een dijk waar ik wel niet te dicht ging want de golven sloegen er tientallen meters over. Ik stond plots naast het duits meisje van in de kerk. Ze gaat deze avond ook naar de pinquins. Ze vertelde me dat zij een camper huurt voor 5 weken en dat ze meestal op de DOC campings staat waar het gratis is of 6$. Soms met douches, soms zonder. Ik had dat beter ook zo gedaan, dan had het me veel goedkoper uitgekomen. Maar ik wist het te laat. En een warme cabine of hut deed ook wel eens deugd. Ik kocht me in een brollenwinkel een powderblush aan 4$ want mijn doosje was gevallen en was kapot. Ik reed naar de camping op 15 minuten van het centrum. Ik passeerde in de supermarkt waar ik nog een toastbrood kocht , wat zalm en 4 kippenbilletjes aan 2,5 $. De cabine was netjes. Er was geen meer vrij voor 1 persoon dus ik kreeg er één met 2 grote stapelbedden. Ik hing mijn tent op aan de wasdraad. Het was heel zonnig dus ze zou wel vlug drogen. Het is nu 20u45. Het is weer beginnen gieten zodat ik niet naar de pinquins ga. En…mijn tent die bijna droog was, is nog natter dan nat! Ik heb voor 3$ wifi zolang ik wil. Dus ik hoop dat er hier veel mensen op skype zitten of op FB. Bon, ik keek net maar enkel Denise en Peter VD zitten op skype en Denise neemt niet op Spijtig, ja dat uurverschil he! 12 uur verschil is niet gemakkelijk. Ik ben al gewassen, heb al gegeten. Nu ga ik wat computeren en daarna slapen. Ik moet ook eens beginnen denken aan Australiê want 1 maart is het zover. Misschien zou het niet slecht zijn van de 1e nacht iets te boeken in Sydney. Lisa Fraser die ik met onze Mike ontmoet heb in het cheetapark in Zuid-Afrika woont in Perth en heeft me zonet gemaild dat ik zeker moet langs gaan bij haar. Ik zal dus vanuit Sydney een binnenvlucht nemen van 1 uur, of 12 uur rijden met een auto. Dat moet ik allemaal nog bezien hoe ik mijn reis daar ga doen. Tot morgen. xxx
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley