Dag 5 8 december 2011 - Reisverslag uit Toamasina, Madagascar van Kristin Daelman - WaarBenJij.nu Dag 5 8 december 2011 - Reisverslag uit Toamasina, Madagascar van Kristin Daelman - WaarBenJij.nu

Dag 5 8 december 2011

Door: kristindaelman

Blijf op de hoogte en volg Kristin

11 December 2011 | Madagascar, Toamasina

Dag 5 8 december
Ik wilde avontuur, wel ik had avontuur!
Om 6u vertrok ik met de Melissa express boot van het eiland Siante-Marie naar Tomatave. Toeristen betalen het dubbele, dus ik 80.000 AR. We moesten een reddingsvest aandoen. Ik zat aan het venster waar ik een prachtig uitzicht had op de zee met 2 regenbogen. Er speelde een zwart-wit film. Ik kwam in Tomatave aan, een drager droeg mijn valies. Hij was niet content met het gewicht! De rimboetaxi was inbegrepen en langs een marktje in een dorp stapten we om 7u40 met 16 personen in het busje. Aan de halte stonk het erg, de mensen liepen op blote voeten, droegen kapotte onderdelen van fietsen, er lag een dode hond op straat die waarschijnlijk net overreden was. Mijn valies mocht in de bus staan en niet op het dak daar ze te zwaar was. Er zat 1 blanke man die geen woord zei. Ik praatte dan maar met de locals. De rit duurde 4u en we reden langs de groene oostkant met bredere stranden, mensen in prauwen, houten of rieten hutjes, kleine jongetjes die met hakmessen gans alleen door de straten doolden. Echt een gans andere wereld. Voor veel mensen is dit land echt een shoc maar ik had er mij op voorbereid maar toch blijft het erg om te zien hoeveel armoede hier is. De ene kant is kust, de andere kant rijstvelden. Met mijn hoofd door het raam nam ik vele foto’s. Ik zag rieten matten waar ze de rijst op lieten drogen, zebu’s die alleen over de straat liepen. Het werd alsmaar meer bergachtig, groener en mooier qua landschap. Mannen liepen met buizen en dikke houten stokken op hun schouders, vrouwen droegen manden op hun hoofd met bladeren erin. Ik weet niet wat het is, misschien litchees of maniok. Het viel me op dat iedereen hier een gevlochten of stooien hoedje draagt. Ik had weer beziens. De chauffeur raasde door de straat langs armtierige schooltjes en voetbalterreinen . Langs de oevers deden de vrouwen de was en kindjes wasten zich of speelden in hun blootje in het water. In de dorpjes lag het vlees uitgestald met honderden vliegen erop, een jongetje plette een soort gewas met zijn blote voeten. We stopten in Fenerivi, een vissersdorpje, om wat te eten en te plassen. In een open toilet zonder deur kon je naar het toilet gaan. Ik dronk een roze melk en kocht me 2 samosa. Ik maakte kennis in de bus met Doedoe en Angelique. Ze vertelden mij dat een zeboe 1 bult heeft en van de bult maken ze die lekkere zebu brochettes. We reden verder over verschillende rivieren. We hadden politiecontrole maar de papieren waren in orde. Ik merkte ook op dat geen enkele local een zonnebril draagt. Ik zou het niet kunnen met het felle zonlicht. Een beetje verder was er weer controle. Nu lagen er ijzers op de straat maar wij mochten toch doorrijden. Bij de volgende stop kocht onze chauffeur een dikke stronk van een palmboom. Ze vertelden mij dat dat om soep te maken is. We deden weer een stop en onmiddellijk kwamen venters ons jackfruit, bananen en kokosnoten aanbieden. Nu was er geen wc en ik deed zoals de andere vrouwen in de vrije natuur. Ik had wel papier mee. Zij nooit! Plots viel de rechtse achteruitkijkspiegel op de grond in duizend stukjes. Hij was door de roest er gewoonweg afgevallen. De chauffeur reed achteruit om toch het omhulsel te recupereren. Alles houden ze hier bij en repareren ze. Op markten verkopen ze gebruikte, beroeste dopwielen, starters ( nog het oude syteem met de draadjes ) en alle rommel die wij gewoon wegsmijten. We passeerden een fabriek waar ze kruidnagel bewerken. Het was een sterk doordringende geur. Ik kon het eerst niet thuis brengen. Ik kwam in Tomatave aan, nam een pousse pousse en hij reed me naar het treinstation. Daar was er enkel op dinsdag een trein. Dat was dus al uitgesloten. Hij fietste verder met mij tussen honderde andere pousse pousse’s naar een haven waar de passagiersboten al vertrokken waren. Een man van een excursiebedrijf gaf me zogezegd een goeie prijs, 150.000 AR iplv 600.000 om s’ anderendaags te vertrekken met hen. Weer geen oplossing want dan moest ik nog eens een overnachting betalen. Ik had gelezen in mijn trotter dat men eventueel een goederenboot kon nemen maar dan moest je wel wat avontuurlijk aangelegd zijn en veeeeeel tijd hebben. Ik onderhandelde de prijs en voor 70.000 AR kon ik mee met een lege transportboot. Die ene man ging mij een fles water halen en een broodje met , wat ik verstaan had kaas erop, maar het was enkel een beetje boter. Bon, verhongeren ging ik dus niet. Er was een andere boot voor 50.000 AR maar die had geen dak. Ik twijfelde en nam toch maar de boot met een zeiltje waar 4 personen onder konden schuilen tegen zon en regen. Er was in gans dat dorp of aan de haven weer geen enkele toerist te zien. De “ rare” locals volgden alles wat ik deed, waar ik mijn geld stak etc. Ik ging voor alle zekerheid toch maar eens plassen en dat was weer naast een zak rijst in de natuur. De boot bestond enkel uit een ijzeren geraamte. Je moest je erop trekken en je over de reling zwieren. Een geluk dat mijn fysiek dat nog toelaat. :) Er zaten 5 jongens in de boot en 1 vrouw die in een verder dorp afgezet werd. Brr, gans alleen met 5 jongens, in de 20 jaar schat ik. We vaarden weg tegen 5 à 10 km/uur. Ik betaalde de pousse pousse, hij vroeg 20.000 AR waar ik niet mee akkoord was. Ik gaf hem dan 15.000. Ik wilde wel niet teveel discussieren daar ik daar op een afgelegen plaats was. De man die mijn broodje ging halen had me ook al liggen maar ik wilde daar zo vlug mogelijk weg. Ik zat op “het kanaal van Pangalanes”. Ik installeerde mij onder het dekzeil en genoot van de natuur. Het kanaal wordt niet meer gebruikt voor grote schepen maar enkel voor lokaal gebruik. Hij is 665 km lang. Dankzij het kanaal is het isolement van de lokale vissersbevolking doorbroken en kunnen deze mensen, als de zee te wild staat, op Tiapia gaan vissen in het brakke water van de meren. Ik zag kleine dorpjes met houten barakjes, gans het gezin waste zich in het kanaal in hun blootje, mannen dronken van het bruine water, men ging vissen met de prauwen, duizende fuiken lagen stil tussen de rivierhyacinten die soms de doorgang van de boten verhinderde. Eén van de jongens schepte regelmatig water uit de boot. Amaai, als we maar niet zinken. Door een gaatje spatte het water plots in de boot. Met een schroevendraaier duwde hij een plastiek zakje in het gaatje. We zijn zeker 6x stil gevallen en telkens kruiste ik mijn vingers dat we toch maar weer zouden kunnen opstarten. We stopten in een dorp waar een jongen uitstapte die daar woonde en de jongens gingen eten aan een hut. Ik wilde niks eten zodat ik zeker niet naar het toilet zou moeten gaan want dat zou een groot probleem worden. Kinderen en baby’s kropen naakt of in gescheurde vuile kleren in de modder of in het zand. Koppels maakten netten voor de visvangst. In het dorp vroeg ik naar het toilet maar ze bekeken mij alsof ze hoorden donderen . Ze kennen dat hier niet. Ik zocht naar een afgelegen plaatsje waar er al veel voorgangers geweest waren. Ik haastte mij tussen de vliegen door en de vreselijke stank van hun” natuurlijk” toilet. We vaarden verder in een wereld op zich omgeven door olifantsoren en ravilana ( reizigersboom ). De 2 schippers die nog over bleven, en ik dan, zetten luide malagash muziek op en zongen luidkeels mee. Ik deed alsof ik het heel mooi vond. Ik was stijf gezeten! Mijn poep deed pijn. Constant op een plank zitten moet je wel gewoon worden. Ik had mijn rugzak al op slot gedaan en mijn alarm zat dicht bij mij. Ik nam eventjes wat vochtige doekjes en ze lachten. Ik denk dat ze dat nog nooit gezien hebben. Ik presenteerde hen een pakje smoelentrekkers en ze trokken echt serieuze smoelen door het felle zuur. Ze hebben toch het ganse pakje opgegeten! :) Ik kon niet communiceren met hen daar ze geen frans spraken. Soms probeerde ik met handgebaar iets te vragen maar dat was hopeloos. Ik probeerde wat te slapen met mijn hoofd op mijn rugzak en mijn benen over de reling. Een geluk dat ik niet groot ben. Het was zalig weer en genoot van het mooie uitzicht. Naar het schijnt regent het hier heel veel dus ik had toch geluk tijdens de vaart. We stopten nog eens in een dorpje en daar at ik toch een klein bord rijst met een bouillon met vettig ossevlees erin. Daarna toonde een man mij dat ik een andere zachte bouillon moest drinken om te spoelen. Ik deed dat maar. Tot hier toe ben ik toch nog niet ziek geweest van hun eten en drinken. Nochatns ben ik al meerdere mensen tegengekomen die serieuze buikkrampen en diaree hadden. Duimen maar he. Het werd donker, ik zette mijn led hoofdlampje op, wreef mij goed in met mijn muggenmelk, legde mijn handdoek op mijn ontblote benen en probeerde wat te slapen tussen het gezang en luid gepraat van de schippers door. Op een plank slapen was niet evidend. Spijtig van het lawaai zodat ik niet kon genieten van de natuur. Het was wel wat akelig want we zagen niemand op de rivier en telkens in het pikkedonker stil vallen…hm… Na eindelijk 8 uren kwam ik aan op een verlaten strand in Manambato. Oei, wat nu? De schipper liep 300 meter op het strand om naar een hotel te zoeken. Ik had wel eegn zin om in het donker en alleen mijn tent op te zetten. Een beetje later kwam er iemand mijn bagage ophalen en ik wandelde met hem mee in het pikkedonker, enkel met mijn hoofdlampje. Ik kon in een hutje slapen in de tuin voor 50.000 AR. Wel duur maar nu wilde ik zo vlug mogelijk douchen zodat al het vuil van mij af was. Ik word hier zo zwart als de locals. Ook mijn beer , BB, wordt met de dag vuiler. Mijn teen- en vingernagels zijn echt zwart! Mijn kleren vies en vuil. De vriendelijke gerante zei me dat ze met een groep werkten en dat binnen 1u al de elektriciteit dus ging uitvallen. Het was 9U en ik stond heel lang onder de douche samen met een felgroene salamander of toch zo iets in die aard. Ik had ook warm water en een lekker ruikend zeepje! Ik kroop onder mijn klamboe in een zalig zacht bedje. In de houten hut stond zo’ s antimuggending die je in brand moet steken. Ik was doodmoe en viel in een diepe slaap na een heel vermoeiende avontuurlijke reis. Maar alles was goed afgelopen en ik was content dat ik het gedaan had want het was een ervaring op zijn eigen.

  • 07 Maart 2012 - 06:40

    Rony Heymans:

    Best wel een avontuurlijk dagje gehad daar.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Kristin

Eindelijk is het bijna zo ver. Mijn droom wordt werkelijkheid. " We reizen niet om te ontdekken, maar om te zien wat ontdekt is " 17 november 2011 vertrek ik alleen en met de rugzak het onbekende tegemoet en dit gedurende 1 jaar en 3 maanden.... Ik zal jullie allemaal missen en ik hoop dat mijn 2 hondjes het zonder mij zullen redden! :-) Als maskotte neem ik een Belgische knuffelbeer mee.

Actief sinds 06 Juli 2011
Verslag gelezen: 249
Totaal aantal bezoekers 271363

Voorgaande reizen:

17 November 2011 - 28 Februari 2013

Mijn eerste reis

Landen bezocht: