Dag 26 26 maart Papua New Guinea Hiking Volcano
Door: kristindaelman
Blijf op de hoogte en volg Kristin
26 Maart 2012 | Papua Nieuw Guinea, Port Moresby
Om 5u30 stond ik op om te kijken of het nog regende. Nee, het zag er een klare dag uit dus de hiking naar de vulkaan zou doorgaan. We gingen ontbijten. Daar zagen we Jozeph die onze lunch klaarzette en ons naar het begin van de trekking voerde. De trekking kost 55 $. Op die locatie woonde één familie. De zoon Kristof, 26 jaar, was onze gids. Hij woonde in een houten armtierig huisje samen met kleinere kinderen, zijn zus en ouders. Allen hadden ze rode tanden wat betekende dat ze aan het pruimen waren. Naar het schijnt komt het rood eraf wanneer ze hun tanden poetsen maar ik denk dat ze dat nooit doen want hun tanden blijven rood. :) We hadden 1,5 liter water mee, zonnecreme, insectenspray en wat bananen. Vol goeie moed begonnen we aan het zwaarste stuk in het regenwoud. Na 5 minuten begrepen we dat het heel zwaar zou worden. We klommen op rechte stukken waar we ons moesten optrekken, bukten ons onder bomen, kropen er onder heen, letten goed waar we onze voeten zetten want overal waren er ofwel putten of boomstronken op onze weg. Kristof liep voorop en baande ons een weg met zijn hakmes. Ik vroeg me telkens af hoe hij zijn weg kon vinden. Voor ons was alles hetzelfde, bomen, struiken, varens… Ik dacht bij mezelf dat hier de laatste tijd niet veel toeristen geweest waren want je zag het pad niet. Maar Kristof zei dat de begroeiîng hier op een paar dagen weer toegroeit. Het was zo rustig in het woud. Enkel hoorde je het geschreeuw van de groene papegaaien= eclectus en het geluid van een andere vogel waarbij ik eerst dacht dat een vrouw in de verte aan het zingen was. We bewonderden prachtige grote vlinders in alle kleuren. Plots hoorden we een zwevend geluid, net een een helicopter of zo iets. Het was de vogel = Hornbill, die zijn vleugels strekte en opsteeg zoals het geluid van een helicopter. Het was een prachtige grote vogel met een gele snavel, een witte staart en een zwart lijf. Ik vond het zalig te luisteren naar al die mysterieuze geluiden. We liepen met ons hoofd constant naar beneden om geen enkele misstap te zetten. Angela liep voor mij. Plots hoorde ik een luide klap en lag Angela op haar zitvlak met haar benen vooruitgestrekt op de grond. Ze had de boomstronk niet gezien. Oei, oei…dat zal een serieuze buil worden. Ze was wat wazig in haar hoofd maar zette haar tocht voort. Het was net zoals een tekening in een stripverhaal van lambik of zo. :) Ja, indien je hier iets zou voor hebben kan niemand je redden. Toch niet met een helicopter. Het regenwoud is te dicht bebost. Ik keek constant op mijn horloge hoelang we onderweg waren. Hou ik dat wel vol? Kan ik dat wel? Ik moest mijn zinnen op iets anders zetten. Ik was kapot! Het zweet druipte met emmers van mijn gezicht. Onze broek was kletsnat daar we tussen de natte bladeren en bomen liepen. Kristof, die de bomen voor ons hakte, had een stronk wat te scherp gekapt en die schoot lichtjes in mijn dijbeen. What a day! “ Komaan Kristin, nog anderhalf uur en je bent er”, moedigde ik mezelf aan. Ik hoop dat die vulkaan echt de moeite is want zo een inspanning! We zeiden tegen Kristof dat hij wat langzamer moest lopen. Zijn tempo konden we echt niet aan. Hij liep op zijn blote voeten zoals een aapje. Net of het kinderspel was. Hij doet de tocht in één uur! Hoe kan dat nu? Dat is dan in looppas? Maar ze zijn in de brousse opgegroeid en hij doet regelmatig zo’n tochten. Angela, die gewoon is van te hiken, pufte ook. Ik vroeg soms 30 seconden rust. Ik ben altijd vlug vermoeid maar ook vlug gerecupereerd. Dat is nog en voordeel. We dronken veel water. Na eindelijk 3,5 uur zagen we de enorme krater en vulkaan. Oef, het was toch de moeite. We zagen de gele solfer op de rotsen, het opborrelende kokende water, de hete riviertjes, het dampen uit de grond en de top van de vulkaan. Een actieve vulkaan. Als deze nu plots begint te borrelen is er geen weg terug. Angela en ik wilden tot naast de hotsprings gaan. Kristof ging niet mee. Hij is te bang om dichter bij te komen. Of je nu ver of dicht staat, het doet er niet toe denk ik. We daalden af tussen het dichte riet. Ja, wij hadden geen hakmes, dus ik trok het gewas met mijn handen opzij en zocht me een weg. Een geluk dat er in PNG geen dodelijke dieren leven, zoals slangen, zoals in Australiê, anders had ik dit niet gedurfd. We stonden op de krater. Wat een gevoel. Prachtig. Ik sprong over een kokend riviertje, goed oppassend dat ik er niet inviel. Ik voelde eventjes met mijn vinger en inderdaad was het kokend. Ik zag een paar plassen met opborrelend water met hoge dampen en ik probeerde zo dicht mogelijk te komen. Angela kwam niet mee. Het was er super heet. Verder dan 5 meter kon ik niet komen. Ik rook de scherpe geur van de solfer. Wat de natuur toch allemaal doet. Ik vond het adembenemend. Zo dicht had ik nog nooit bij een vulkaan geweest. In Costa Rica zag je de Arenal vulkaan van in de verte en mocht niemand op de krater stappen. Hier kon dit wel. Ik voelde wel steeds of de ondergrond stevig genoeg was. Ik wilde niet in een kokend bad stappen. Rond de krater zag je de verbrande bomen en planten door de hete as. Soms stonden er felgroene varens tussen die de hitte aankunnen. Kristof riep ons terug en op een boomstronk namen we de lunch. Ik was zodanig vermoeid dat ik geen honger had. Maar we waren verplicht van te eten om energie te krijgen. Ik nam één boterhammetje met ei, daar had ik nu echt geen zin in, en een banaantje wat me snelle suikers gaf. Soms draaide ik eventjes weg van de vermoeidheid en de inspanning. Na 30 minuten moesten we weer terug. Weer dacht ik hetzelfde, dat haal ik niet meer, maar je overlevingsinstinct en je adrenaline is zo hoog dat je toch verder kunt. Na het zitten kon ik bijna mijn benen niet meer opheffen. Ik liep zoals een zombie door het woud. Ik struikelde over natte bladeren en boomstronken. Gleed op mijn zitvlak een helling af. Ik moest me concentreren en mezelf moed geven. Ook Angela gaf me moed en ik aan haar. Haar hoofd was ok. Kristof rookte onderweg constant zijn bladsigaret gerold in krantenpapier en nam zijn beetlenut. Zijn tanden werden steeds roder. :) Na anderhalf uur kreeg ik precies een tweede adem. Waarschijnlijk omdat het einde in aanzicht was. Ik vroeg of het nog ver was en hij antwoordde nee. Alles bijeen was het toch nog anderhalf uur. Dat was voor hem dus niet ver meer. Ik moest me echt sterk houden tot het einde. Er niet aan denken dat ik alle minuten kon flauwvallen van de hitte, de vochtigheid en de vermoeidheid. Plots zag ik dat Angela haar rugzak een deel open stond en zag ik haar muggenmelk op de grond liggen. Ai, ai ze was nog meer kwijt. Haar regencape, haar zonnmelk en nog een paar dingen. Hoe kon dat nou? Ik liep steeds achter haar en zou het wel gemerkt hebben! Kristof liep wat terug en vond een paar dingen. Hij zou de dag nadien de tocht weer maken om te zoeken naar haar regenjas die ze zeker niet kwijt wilde. We daalden steil af, gleden een paar meters naar beneden, vielen op natte bladeren. Het was beginnen regenen maar niks kom mij nog schelen. Ook de muggen deerden mij niet meer. Ik was doodop. Ik was smerig en vuil. Ik wilde zo vlug mogelijk zitten of liggen. Eindelijk na 3 uur kwamen we aan Kristofs huis aan waar Jozeph ons met de bus stond op te wachten. Ik was fier op mezelf dat ik het gehaald had. Acht uur in de jungle!!!!!!! Hij lachtte toen hij ons gezicht zag. Ik kon er niet echt mee lachen en zei hem enkel: “ NEVER AGAIN! “ Ook Angela zei, indien ze had geweten dat het zo zwaar was, ze de tocht niet zou gedaan hebben. We kwamen uitgeput in het resort aan. Ik kon letterlijk mijn benen niet meer opheffen. Mijn voeten waren verstijfd. Al mijn gewrichten deden piijn, mijn kuiten, mijn knieên, mijn popliteus, mijn hals van telkens naar beneden te kijken, mijn rug. We waren pikzwart en ze lachtten allen met ons. Angela ging eerst douchen, ik legde me op mijn bed met mijn benen omhoog. Ik ben er zeker van dat ik morgen zo stijf als een plank zal zijn. Ik besloot dan maar van niet te gaan duiken en er een relax dagje van te maken. Dit was de zwaarste trekking die ik ooit in mijn leven had gedaan. De tweedaagse hiking in het woud van Madagsacar was zwaar maar deze was net ietsje teveel. :) Ik wilde niet gaan eten maar slapen maar Angela drong er op aan van toch iets te eten. Ik luisterde naar mijn mama. :) Eerst kon ik de slaap niet vatten door de krampen en het singelen in mijn voeten maar om 21 uur viel ik als een blok in slaap. Ik sliep 9 uren.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley