Dag 2 26 juni El Salvador Vulkaan en ruînes
Door: Kristin Daelman
Blijf op de hoogte en volg Kristin
26 Juni 2012 | El Salvador, San Salvador
Gisteravond douchte ik met koud water. Op het einde draaide ik toch maar eens de koudwaterkraan open. En ja, de koude kraan gaf warm en de warme kraan koud. Pff, had ik dat geweten. :) Om 7u30 stond ik op. De kamers zijn hier heel slecht geîssoleerd. Zelfs een kuchje hoor ik van mijn geburen. Ik nam een ontbijt in het hotel. Ja, weer hetzelfde. Overal op straat zag ik gewapende securitas. Voor elke winkel, bedrijf of hotel staat een zwaar gewapende man. Ik vroeg aan iemand of het hier dan zo gevaarlijk is? Ze antwoorden steeds nee maar dat dat enkel in geval van is… Dit is mede te wijten aan het feit dat de mensen geobsedeerd zijn door veiligheid. Misschien is dit het gevolg van de langdurende guerilla-oorlog die nog fris in het geheugen zit. Ik voelde me er alleszins veilig, maar liep ’s avonds toch niet op straat. Suchitoto is een rustig koloniaal bergdorpje met kassei-straatjes. De meeste huizen zijn mooi onderhouden. Al van bij mijn aankomst had ik het gevoel dat dit dorpje iets heeft. Het wordt vergeleken met de bekende koloniale stad Antigua in Guatemala, maar in't klein en zonder de toeristische drukte. De oorlog was dus nog maar 20 jaar voorbij, er waren meer dan 75000 mensen vermoord en verdwenen Mac, mijn Maya gids, was goed op tijd. In een privéwagen reden we eerst naar de vulkaan El Boquerôn , Quetzaltepeque ( Volcân San Salvador ) op een hoogte van 2000 meter. Langs indianendorpjes beklommen we de krater, een gemakkelijke wandeling. De weg wordt voortdurend gepatrouilleerd door politieagenten. De vulkaan heeft een diepe krater achtergelaten. Een diepe krater van duizende jaren oud omringd door veel groen. Vanop de kraterrand is een minikratertje midden in de groene beboste krater te bewonderen. Wolken passeerden er constant door. Het was een adembenemend uitzicht. Rond mij een soort jungle met vele, prachtig gekleurde bloemen. Het was er fris. Ik had geen pull bij me. Met een temperatuur van 30 graden in de stad , had ik daar niet aan gedacht. Daarna reden we verder naar de site Joya de Cerén, een Unesco world heritage. Het viel me op dat er tientallen verlaten honden op de straten liepen. Ik werd misselijk toen ik een foto nam van die ene hond. Hij kan alle dagen sterven. Hij heeft een parasiet, vertelde Mac, die zijn huid opeet. Het beestje gromde toen ik dichterbij kwam. Ochere, deze zou ik niet meer kunnen helpen. Toen de spanjaarden binnenvielen hadden ze allen honden. Toen de spanjaarden het land verlieten, zag niemand meer om naar de honden en zo zijn de straathonden hier ontstaan. Daar er niet genoeg eten is voor de mensen zelf, geven ze de honden niet te eten. En indien ze iets geven zijn het tortillas. Maar een hond kan niet overleven van enkel tortillas en tenslotte sterven ze. Op een bepaald eiland zijn er “heilige” krokodillen. Al de honden worden afgezet op het eiland en worden de prooi van de krokodillen. Niet te geloven!!!!!!!! Dat men daar toch niets aan kan doen? Deze kleine Maya site, bedolven onder vulkaanas, noemen ze ook “ Het Pompeii of America.” De Joya de Cerén in El Salvador is een Maya-dorp dat in het jaar 640 volledig bedolven werd onder de as van een vulkaanuitbarsting. Net zoals in Pompeii werden gebouwen perfect bewaard. Dit is een van de weinige plekken waar huizen (gemaakt van klei) en gebruiksvoorwerpen van gewone Maya-burgers gevonden zijn. De grote tempels van Meso-Amerika zijn eerdere voorbeelden van bouwwerken voor de elite. In 1993 werd de Joya de Cerén opgenomen in de UNESCO-Werelderfgoedlijst. Mac was een hele goed gids die goed engels sprak. Hij vertelde me in geuren en kleuren over de geschiedenis van elke ruîne, elk plaats, elke steen. Wanneer je geen gids neemt, zie je enkel maar wat stenen en is het niet leerrijk. Ik luisterde met open mond. Slechts 1 % van de ruînes zijn hier ontdekt en opgegraven. Zijn uitleg was: er is geen geld voor. De amerikanen hebben wel elk plaatsje gescand en ze weten waar de ruînes zich bevinden. Mac had indertijd ook mee opgravingen gedaan. Hij zei dat het heel spannend was. Hij heeft een kleine collectie van dingen die hij reeds gevonden heeft. Dat zou ik ook zo graag doen, opgravingen, steentje voor steentje, alles controleren. Misschien is het wel een beentje van een skelet, of een potje of een pannetje, of Jade of goud? Verscheidene archeologen hebben vele ruînes beschadigd daar ze enkel op zoek waren naar goud. Verschillende mensen stalen het goud. Deze ruînes zijn iets kleiner maar toch ook zo spannend. Ik herleefde opnieuw in de tijd. Mac vertelde dat ze bij een offering met een scherp voorwerp het bosrtbeen doorboorden, met de hand het hart eruit hielden, dit in een speciale pot legden en daarna het hoofd afhakten. Het hoofd werd naar beneden gegooid en de mensen vingen het op. Brr.. Ik mag er niet aan denken. Mac zei dat er nu nog steeds stammen bestaan , wel in Guatemala, die nog zo’n rituelen 3X/jaar doen. Ze leven diep in de jungle, zonder elektriciteit of comfort. Er zijn geen scholen. Iedereen leeft zoals “ wilden”. Mac heeft zo’n stam met zijn eigen ogen gezien. Hij vertelde wel veel over energie opwekken, en dat hij eventjes blind geweest is door een aanraking enz. Ik liet hem in zijn geloof! Hij vertelde me ook over de burgeroorlog. Hij was een ex-militair. De oorlog was een hel. Al de kinderen waren gebrainwasht. Ze moesten enkel maar doden. Hij is viermaal geschoten geweest in zijn rug. Eenmaal door een jongen van 12 jaar. Ook Mac heeft geschoten. Hij zei dat de oorlog verschrikkelijk was. Het was jouw leven of dat van je vijand. Op 15 jaar werd ook hij opgeleid om te doden. Ik zag dat wel op tv: oorlogskinderen , maar als je dat zelf hoort vertellen in dat bepaald land, is het erger. Men wist niet meer of je vriend nu je vijand was of niet. Het moet inderdaad verschrikkelijk zijn geweest. In een museum legde Mac me iedere vonds uit. Hij was zo fier dat hij over zijn land kon vertellen en verwelkomde mij honderd maal. Er zouden meer toeristen naar dit prachtige land moeten komen. Ik zag vele maîsvelden en koffieplantages. Dit zijn de rijksten van het land. een middenklasburger verdient hier 7,5 $ / dag!!! In Guatemala 10 $ / dag. Dus hier zijn ze nog armer. Ondanks er ook veel rijkdom is zoals koffie, cacao, vele bedrijven, onderandere Levis maken ze hier alsook Fruit of the lome, Nike, Puma en nog zoveel meer. Enkel petroleum hebben ze niet. Daardoor is de benzine hier ook duur. Maar de mensen zijn heel gelukkig zei Mac. (?) We reden verder. Vriendelijke, lachende mensen. Een prachtig landschap met veel groen en bloemen. Ik had het me niet zo voorgesteld. Niet ver vandaan had je de Ruinas de San Andres. In 1977 vonden ze hier een trappyramide met een grote binnenplaats. Experts geloofden dat hier zeker 12.000 mensen zouden gewoond hebben. Ringrond zag je bergen met eindeloze uitzichten. Een vreedzame ruine. Mac toonde me een tunnel die ze aan het graven zijn totaan een andere. Echter was deze op slot. Niemand mag er in. Zelfs de gidsen mogen nog niets weten. Het blijft voorlopig geheim. Hoe spannend. Nadat experts hun werk beêindigd hebben, wordt er een boek geschreven, dit gaat naar het gouvernement, daarna worden alle gidsen op de hoogte gehouden en dan pas de toeristen. Wat zouden ze daar al ontdekt hebben? Mac gaat mij ooit een mail sturen wanneer de tunnel open is. Er wordt airco geplaatst en verlichting. De veiligheid wordt grondig gecontroleerd. We reden naar het meer van Coatepeque ( = lago ). Dit is een vulkanische krater gevuld met vers water. Het blauwe meer heeft een diameter van 6 km. Rondom het meer had je een subliem uitzicht op de pieken van de cerro Verde, Izalco en Santa Ana. In het midden van het meer ligt een klein eilandje. Hier hebben bekende rijke personen hun buitenverblijf. Ook langs de kant van het meer wonen enkel rijke mensen. Bovenaan het meer at ik een verse vis ( gevist in het meer ) gevuld met scampis. Daarbij een soort groenten ( ik vergat de naam ) dat ik nog nooit gegeten had. Het was heel lekker. Het was zalig te eten op zo’n wondermooie locatie. Ik zou er kunnen duiken. Naar het schijnt heb je onder water een speciaal zicht van de vulkaan. In een vulkanisch meer had ik nog nooit gedoken. Het was reeds 15 uur. De tijd was voorbij gevlogen. We vroegen vlug de rekening want de volgende ruînes sloten om 16 uur. We kwamen aan bij de ruînes van Tazuma in Chalchuapa, l . Deze zouden zich echter in latere tijden tot imposante, uit steen opgetrokken piramides ontwikkelen. Deze was een iets grotere pyramide. Opnieuw was er een tunnel waar japanse archeologen in het werken waren. Later zouden de toeristen deze kunnen bezichtigen. Ik zag het platform waar de offers gedaan werden. Ik zette me op een trede. Ik keek over de binnenplaats en opnieuw beelde ik me de mensen in. Mannen, vrouwen en kinderen die uitbundig aan het wachten waren op een rollend afgehakt hoofd. Ik zag de speelruimte waar ze een balspel speelden waar je de bal niet mocht raken met je voeten, hoofd of handen. Enkel met de romp en de knieên. Ik dacht dat enkel de winnaar geofferd werd maar Mac zei dat soms ook de verliezers die eer kregen. Nu had ik al twee versies gehoord. Men zal het nooit kunnen bewijzen. De Maya tijd was toch een speciale periode hoor. We wandelden rond in het museum met vele vondsten. In een jade winkeltje kocht ik een ring met een witte Jadesteen. Ik wilde een aandenken aan deze edelsteen die men hier zo veel gevonden heeft. De tijd zat er op. Rond 17u30 was ik in mijn hotel. Ik bedankte Mac voor zijn perfecte uitleg. Het was heel leerrijk. Hij stelde nog een andere toer voor maar 120 $ vond ik teveel. Ik zou het eens op eigen initiatief proberen. Ik mag hem wel voor elk land contacteren en raad vragen. Hij was 7 maanden gids in gans Centraal en Zuid- Amerika. Dus hij kent de beste plaatsen. In het hotel douchte ik me, schreef mijn “lange” blog en bestelde me nachos met kaas, bruine bonen en een slaatje van tomaten en ui aan 2,5 €. Ik weet nog niet wat ik morgen ga doen? Reis ik door naar de kust of ga ik naar de stad die ik ,enkel op aanraden in de morgen mag bezoeken wegens het gevaar van drugskartels, of doe ik de bloemenroute. Ik slaap er een nachtje over. Mac vertelde me dat er 500.000 legale wapens zijn in El Salvador. De illegalen niet meegerekend. Maar pakken ze je op een illegaal wapen, dan vlieg je 5 jaar in de gevangenis. x
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley